Ik ben al een tijd gefascineerd door het toevoegen van bier in mijn recepten. Wanneer voegt het daadwerkelijk iets en wanneer is het meer een gimmick? In deze marinade is de Westmalle Tripel een belangrijk onderdeel die veel smaak toevoegt. Als Nederlander heb ik toch de drang een Nederlandse naam te geven aan dit recept. Maar hoe zeg je pulled chicken in het Nederlands? Geplukte kip, getrokken kip? Dat klinkt toch niet zo lekker als het Engelse Pulled Chicken. Deze zoete en stroperige pulled chicken is een basisrecept waarmee je flink kan variëren. Het smaakt lekker op een broodje als een hamburger met salade en komkommer, tomaat. Of eet met geroosterde aardappelen en een koolsla. Je kan het ook direct uit de pan in je mond schuiven, doe wat je wilt.
Ingrediënten
- 4 kipfilets
- 1 Westmalle Tripel 330 ml
- 2 teentjes knoflook
- 2 uien
- 6 el Luikse siroop (of rinse appelstroop)
- 1 el mosterd
- 3 el balsamicoazijn
- 2 tl gedroogde tijm
- boter
- peper en zout
- maizena (eventueel)
Bereiding
- Pel en pers de knoflook, pel de uien en snij grof. Meng de knoflook en de ui met de Westmalle, de balsamicoazijn, de Luikse siroop, de mosterd en de tijm in een kom. Leg er de kipfilets in. Dek af met vershoudfolie en laat 1 nacht marineren in de koelkast.
2. Verwarm de oven voor op 200°C. Haal de kipfilets uit de marinade. Smelt een klont boter in een pan en bak de filets aan alle kanten goudbruin. Kruid met peper en zout. Leg het vlees in een ovenschaal en giet er de helft van de marinade bij. Zet ongeveer 30 minuten in de oven.
3. Haal het vlees uit de schaal. Giet een scheutje water in de ovenschaal en schraap de braadresten los met een houten lepel. Giet door een zeef in een steelpannetje en breng aan de kook. Bind de saus eventueel met wat maïszetmeel, meng goed en laat even koken. Trek de kipfilets met een vork uit elkaar. Meng er wat van de zoete marinade onder. Serveer met de rest van de saus.